Het CDA en de wereld van gisteren Deze column is geschreven door Elsbeth Etty voor NRC Handelsblad / NRC Next.
Oorspronkelijke bron column (trackback): https://weblogs.nrc.nl/etty/author/elsbethe/
Oorspronkelijke bron foto (trackback): https://www.myphotoq.nl/photographers/75:martin-dijkstra/photos/photo:1767
——
Het CDA is de wereld van gisteren. In plaats van christen-democratie is die partij verworden tot wat John Stuart Mill de pedantocratie noemde, een in zichzelf gekeerde en zelfgenoegzame bureaucratie. Dat hoeft niet per se zo te blijven. Meer dan een halve eeuw na de invoering van het algemeen kiesrecht hadden de christelijke partijen de absolute meerderheid. Die verdween onder invloed van de secularisering, ontzuiling en individualisering. Maar Lubbers bewees in de jaren 80 dat het CDA het ook in zich had een comeback te maken als moderne, geseculariseerde partij. Christelijke politiek stond in die episode voor enkele ethische normen (naastenliefde, rentmeesterschap) die als inspiratiebron konden dienen, maar niet als leidraad voor pragmatische politiek. Balkenende heeft dit verknoeid. Zijn waarden- en normendiscours appelleerde aan nostalgie, kuddegedrag en oubollige folklore. Hij zette zich af tegen wat angstig als doorgeschoten individualisering werd veroordeeld. In essentie plaatst het CDA de gemeenschap tegenover de vrije keuze van het individu. Dat is achterhaald. De tijden veranderen, maar het CDA verandert niet mee. Het dacht zijn achterban te kunnen blijven behandelen als een kudde makke schapen die, zoals in de jaren 50, uiteindelijk toch wel blindelings achter een geco??pteerd leiderschap zou blijven aanlopen. Omdat meneer pastoor of de dominee het adviseerde. Kenmerkend voor het parochiedenken van het CDA was de aanwijzing van de lijstaanvoerder waarover de achterban niets te zeggen had. En maar klagen dat de PVV geen interne democratie kent. Ik maakte vlak voor de verkiezingen de Limburgse CDA-campagne mee. Tenenkrommend. In een buurthuis in een Maastrichtse achterstandswijk sprak Balkenende zijn publiek toe alsof het een beschermde diersoort in een reservaat betrof. Ach, zeiden de Maastrichtse passanten, het CDA is voor boeren, wij stedelingen stemmen daar niet op. ??En jawel, ???s avonds belegde het CDA zijn grote verkiezingsmanifestatie met de Limburgse Kamerkandidaten en de scheidende Camiel Eurlings op een boerenerf in het gehucht Reymerstock. Balkenende citeerde reisfolders over het lekkere Limburgse bier, het prachtige Drielandenpunt en prees het fijne fanfarekorps, de schutterij, de handbalvereniging en nog wat restanten van het rijke roomse leven die waren opgetrommeld als klapvee. Jullie vertegenwoordigen de gemeenschapszin die het CDA zo graag ziet, hakkelde de lijsttrekker. Er steeg een onwelriekende nestgeur op, waar Balkenende als protestantse Zeeuw niets mee uit te staan had, maar die zelfs door het Limburgse CDA-kader allang als folklore wordt beschouwd. Voormalig kroonprins Eurlings bracht Balkenendes aanwezigheid bij de begrafenis van de paus (???de mooiste dag van zijn leven???) ter sprake. Alsof je Limburgers nog altijd met de paus moet paaien. Of op iemand kunt laten stemmen door hem wierook toe te zwaaien. En trots moest Limburg zijn op Maxime Verhagen, die tijdens een kabinetsberaad als een leeuw had gevochten voor het voortbestaan van, jawel, de fanfarekorpsen. Hier werd de CDA-kiezer weggezet als een halvegare die terugverlangt naar vervlogen tijden. Maar in het exploiteren van nationale en regionale sentimenten is, zeker in Limburg, Geert Wilders veel beter dan Balkenende, en echt niet alleen omdat hij met een zachte g praat. Hij behandelt degenen die hun afkomst en tradities koesteren niet als een stelletje achterlijke vendelzwaaiers, maar gebruikt het regionaal chauvinisme om een fictieve identiteit af te bakenen ten opzichte van de islam. Wij kunnen immers pas een identiteit onderscheiden in contrast met het niet-eigene. Het CDA weet zich geen raad met de angst voor de islam. Het heeft zich weliswaar van Wilders onderscheiden door te weigeren de vrijheid van godsdienst te verkwanselen. Maar Balkenende zelf is begonnen met een pleidooi voor het vastleggen in de gestrande Europese grondwet van de ???Joods-christelijke identiteit???, een fictie die in de christelijke traditie nooit heeft bestaan. De christenen hebben na de Verlichting, toen de emancipatie van de Joden aan de orde was, juist betoogd dat het jodendom geen religie was, maar een afwijkende nationale identiteit. Dus Wilders hanteert tegen moslims precies hetzelfde argument dat christenen gebruikten tegen het verlenen van burgerrechten aan Joden. Een moderner CDA zou op dit punt een veel principi??lere lijn moeten volgen, die recht doet aan het moderne denken over gelijkheid, niet op religieuze, maar op rechtsgronden. Maar dan ook ophouden over onderwijs op religieuze grondslag en over het gezin als hoeksteen van de samenleving. Die hoeksteen bestaat niet meer. Toch verdedigt het CDA nog steeds de patriarchale tradities die ook in islamitische milieus volop worden gekoesterd, maar die voor moderne tweeverdieners en alleenstaanden een schrikbeeld zijn. Dat is Wilders??? troefkaart. Nooit is zijn propaganda erop gericht mensen terug te jagen in kerk en gezin of verzuilde verenigingen. Vergeleken met Balkenende is Wilders een hypermoderne politicus, zoals ook Fortuyn dat was. Het CDA dwingt moderne mensen w??l terug in traditionele verbanden als het gezin, alleen al door consequent betaalbare kinderopvang te blokkeren. Het voorstel van PvdA en VVD voor gratis kinderopvang werd op ideologische gronden getorpedeerd; het zou tot ???staatscr??ches??? leiden. In de zorgsector kiest het CDA voor een vermarkting die mensen dwingt als ???mantelzorgers??? hun leven in te richten naar de gebruiken van de jaren 50, toen zorgtaken per definitie door moeder-de-vrouw werden vervuld. Het CDA onder Balkenende heeft acht jaar lang een maatschappijvorm en leefregels uitgedragen die in Nederland alleen nog worden aangehangen door kansarme moslims, afkomstig uit achterstandsgebieden met een clancultuur. Zo leefden onze grootouders, naar die tijd wil niemand terug. Het zuilenstelsel met zijn traditionele gezins- en verenigingsleven is definitief geschiedenis. De enige toekomst voor het CDA is aanpassing aan een seculiere omgeving en afscheid van de pedantocratie.
Geef een antwoord