Fernweh bezoekt deze week de sfeervolle Americana-vlaktes. Ook maken we enkele uitstapjes naar (de) country. En nu we onze (electrische) gitaar toch bij ons hebben, bezoeken we ook enkele meer en minder exotische plaatsen. In de bonustip keren we weer veilig terug naar Nederland voor een indrukwekkend debuut van een Utrechtse. Alhoewel: ‘veilig’? Ook hier blijft de muzikale reis spannend.
- Steve Gunn – Eyes On The Lines
- The Kills – Ash & Ice
- William Tyler – Modern country
- Paul Simon – Stranger to stranger
- Robert Ellis – Robert Ellis
BONUSTIP [Nederlands debuut!]
- Amber Arcades – Fading Lines
- Steve Gunn – Eyes On The Lines
Wanneer breekt Steve Gunn nou eens door bij het grote publiek? Met deze plaat verdient hij dat zeker. Vorig jaar bracht Steve Gunn nog een interessante EP uit met Kurt Vile. Al sinds 2007 maakt hij al soloalbums bij obscure platenlabeltjes of in eigen beheer. Dit keer brengt hij zijn plaat echter uit bij het relatief grote Matador. Gunn is een veelgevraagd sessie-gitarist. Zet de plaat aan en je weet meteen waarom.
Zijn geluid doet denken aan de al genoemde Kurt Vile en ook aan The War On Drugs maar zijn geluid is desalniettemin volledig ‘eigen’. Zijn laidback zang zorgt voor een relaxte vibe. De ijzersterke opener is daarvan een voorbeeld. En qua instrumentarium is het eenvoudigweg: gitaar, bas en drums. Ook de liedjes zijn stuk voor stuk erg sterk waarbij – we noemen het nogmaals – het creatieve en behendige gitaarwerk opvalt. Zijn vorige album werd al grijsgedraaid door Fernweh. Wij vrezen dat we dat met deze fijne plaat, met veel genoegen, weer gaan doen. Recensie: J. Stevens [Fernweh Magazine]
- The Kills – Ash & Ice
Het was al weer vijf jaar geleden dat het vorige album van The Kills uitkwam, het veel geprezen Blood Pressures. Blikvanger Alison Mosshart is druk geweest met Dead Weather, je weet wel die band waar Jack White achter de drumkit zit. Maar dat het zo lang heeft moeten duren voordat het vijfde Kills-album het levenslicht zag, is te wijten aan de vijf operaties die Jamie Hince aan zijn hand moest ondergaan en, door een permanente beschadiging aan zijn vinger, opnieuw gitaar moest leren spelen. Ash & Fire perfectioneert het typische geluid van de band: bezeten, rusteloos, roekeloos, soms angstaanjagend, vaak sexy en niet zelden met een knipoog. Waar op vorige albums de nummers een wat koele, emotieloze soberheid hadden, die vaak werden uitgespuugd in woede, zijn de dertien nummers op Ash & Ice meer ingetogen en emotioneel geladen, maar nog steeds vol vuur. The Kills zijn helemaal terug en getuige de sterke single Doing It To Death denken ze nog absoluut niet aan stoppen. Recensie: E. Damen
- William Tyler – Modern country
De meestergitarist componeerde weer louter instrumentale stukken voor Modern Country. Weliswaar zonder gesproken woorden dus, maar wel heel poëtisch. Dat is wellicht niet vreemd als je bedankt dat hij het nu eens niet thuis in Nashville schreef maar vlakbij het huis van schrijver William Faulkner tijdens een sabbatical in een bescheiden hut in Oxford, Mississippi. Hij name het album vervolgens op in Eau Claire, Wisconsin in de April Base Studios van Bon Iver’s Justin Vernon. Hij werd er vergezeld door ervaren kwartetmuzikanten, waaronder Glenn Kotche van Wilco. Mede dankzij dat gezelschap is Modern Country steeds weer interessant: door opwindende sfeerschetsen, afgewisseld met traditioneler gitaarwerk, of een vederlicht popliedje als Sunken Garden. Met deze plaat ontsnapt u. Steeds vaker. En verder… Recensie J. Stevens [Fernweh Magazine]
- Paul Simon – Stranger to stranger
Met Stranger To Stranger vervolgt Paul Simon het pad van zijn vorige album So Beautiful or So What (2011). Dat wil zeggen: niet zozeer de gevoelige liedjes die het werk met Art Garfunkel en zijn jaren 70 albums kenmerkten, maar wel door (exotische) ritmes gestuwde songs waarin Simon – gelukkig niet zonder humor – de maatschappij en zijn eigen leven onder de loep neemt. En de teksten van Simon zijn nog net zo mooi als weleer.
Het album opent met het bijtende The Werewolf, één van de 3 samenwerkingen met de Italiaanse danceartiest Clap! Clap!. ‘Life is like a lottery, a lot of people lose’ merkt Simon op. De single Wristband, waarin een artiest zonder polsbandje de toegang tot zijn eigen concert ontzegd wordt is vrolijker van aard. Even goed en amusant is In A Parade die zich afspeelt in de wachtruimte van een ziekenhuis en waar de hoofdpersoon uit het nummer The Riverbank terugkeert. Voor het eerst in jaren waagt Simon zich zelfs aan een tweetal (korte) instrumentaaltjes: In the Garden of Edie (Simon is getrouwd met Edie Brickell) en het tamelijk overbodige The Clock. Hoewel Stranger to Stranger nergens inzakt (het titelstuk behandelt de vraag of mensen opnieuw verliefd op elkaar zouden worden als ze elkaar opnieuw als vreemden zouden ontmoeten), sluit het album met twee uitermate sterke nummers af, Cool Papa Bell en Insomniac’s Lullaby, die tot het beste werk van Simon gerekend mag worden. De productie is in handen van Roy Halee, die als technicus al verbonden was aan het werk van Simon en Garfunkel. Recensie: R. Bulters [rev. FW]
- Robert Ellis – Robert Ellis
Met zijn [erg prettige, FW] album The Lights From The Chemical Plant nam Robert Ellis een verrassende afslag; van de traditionele en klassieke singer-songwriter naar een meer pop-benadering, zonder overigens de aandacht voor het echte liedje te verloochenen. Integendeel. Het betekende in 2014 een echte – en verdiende – doorbraak. Logisch is het dat Ellis daarop voortborduurt. De Texaan die zich settelde in Nashville, Tennessee heeft opnieuw hetzelfde team ingeschakeld dat ook het zelfgetitelde Robert Ellis heeft voorzien van een rijk georkestreerd geluid waar zowel twang-gitaar, pedal steel als strijkers een plaats hebben gekregen. De songs zijn ook nu weer sterk, zoals het subtiele California, opgesierd met elektrische piano, de heerlijke, countryeske travelsong Drivin’; evenals het perfecte popliedje How I Love You en de gevoelige en dramatische ballads The High Road en You’re Not The One. Dit is schitterend. Opnieuw weet Robert Ellis met een bijzonder afwisselende new-country plaat – gelijk Sturgill Simpson – respect af te dwingen. Omdat Ellis zowel liefhebbers van het betere popliedje als alt.country-adepten maximaal weet te boeien, is ook dit vierde Robert Ellis-album weer een ronduit fantastische plaat. Recensie: W. Rijkeboer
BONUSTIP [Nederlands debuut!]
Amber Arcades – Fading Lines
In Utrechtse kringen was Amber Arcades al enige tijd een bekende naam, maar nu gaat het opeens ook buiten de Domstad hard met zangeres / gitariste Annelotte de Graaf. Zo was daar half mei een optreden in De Wereld Draait Door, zijn er diverse concerten gepland in Engeland, en is er nu ook eindelijk een debuutalbum dat zowaar wordt uitgebracht door het Britse kwaliteitslabel Heavenly Recordings. Fading Lines werd bovendien opgenomen in Brooklyn, waar De Graaf hulp kreeg van muzikale geestverwanten als producer Ben Greenberg (Beach Fossils, The Men), gitarist Shane Butler en bassist Keven Lareau van Quilt, drummer Jackson Pollis van Real Estate en gitarist Meg Duffy uit de band van Kevin Morby. Niet de minste namen, maar dat is Amber Arcades binnenkort ook niet meer, want de dromerige, fuzzy liedjes van de getalenteerde De Graaf zijn van hoog niveau en haar stem mag er ook zijn. Een bijzonder en imponerend debuut. Recensie: M. Van Ravenhorst
Luister hieronder naar onze (wekelijks ververste!) playlist op Spotify met wekelijks de beste albumtips.
Wekelijks gemakkelijk op de hoogte blijven van de beste albumreleases?
Volg dan onze playlist op Spotify hier.
Geef een antwoord