“Ik had een droom die me niet losliet. Ik stelde me voor dat er een beweging zou ontstaan die het ‘genootschap van de ongebaande paden’ zou heten. Die ongebaande paden stonden dan niet alleen voor een netwerk van dwarswegen, maar konden ook duiden op de mentale omzwervingen die we zouden maken om aan de moderne tijd te ontsnappen. Getekend op een kaart en slingerend over de grond zouden ze zo hun weg vervolgen in onszelf en onze geestelijke vluchtroute traceren. Je hoefde de wereld niet te minachten of de pretentie te hebben die te kunnen veranderen. Nee! Het feit dat je er niets mee gemeen had was al voldoende. De wereld uit de weg gaan vond ik getuigen van moed en tact. De aftocht organiseren leek me dringend gewenst. De regels voor deze existentiële onderduiktactiek beperkten zich tot een paar simpele voorschriften: je niets aantrekken van wat er in de wereld gebeurde, je nergens door laten meeslepen, zelf bepalen wanneer je in opstand kwam, waar je warm voor liep, wat je tegen de borst stuitte, je verschansen achter een muur van boeken, tussen de bomen, aan tafel met vrienden, denken aan dierbaren die waren overleden, je omringen met wie je liefhad, mensen helpen die je daadwerkelijk was tegengekomen en van wie je niet alleen het statistische bestaan had bestudeerd. Kortom, je eigen weg gaan. Beter nog: verdwijnen! ‘Leef in het verborgene’, luidde een van de spreuken van Epicurus (niet dat dat hem is gelukt, want tweeduizend jaar na zijn dood weten we nog steeds wie hij is). Maar daarmee heeft hij wel een pleidooi gehouden voor de ongebaande paden.
We zouden die ongebaande paden massaal gaan bewandelen want de groep die een allergie ontwikkelde voor virtuele illusies werd alleen maar groter. We hadden genoeg van de aansporingen van onze tijd: Enjoy! Take care! Be safe! Be connected! We waren het koortsachtige stadsleven zat. Als we de blauwe schermen die onze hightech levens beheersten kapot zouden trappen, zou daarachter zo’n ongebaand pad opdoemen, als een licht aan het einde van een tunnel. Dit alles was geen politiek manifest. Het was een uitnodiging om de benen te nemen. Leven leek me synoniem met wegwezen. Nadat Napoleon met generaal De Caulaincourt de Berezina was overgestoken, had hij in de arrenslee die hen terugbracht naar Parijs tegen hem gezegd: ‘Er zijn twee soorten mensen, degenen die bevelen en degenen die gehoorzamen.’ Toen ik me nog hevig interesseerde voor het Empire, en zelfs met een steek op in bad ging, had ik dat een zeer rake uitspraak gevonden. Maar nu, terwijl ik op de modderige oever van de Var mijn sokken uitwrong, vond ik dat de keizer een derde categorie over het hoofd had gezien: degenen die vluchten. ‘Sire!’ zou ik, als ik hem gekend had, tegen hem hebben gezegd, ‘Vluchten is bevelen! Je beveelt tenminste het lot om je met rust te laten.’ “”
Het bovenstaande had zomaar
de beginselverklaring kunnen zijn van:
Fernweh | Ontsnap. Steeds vaker. En verder..!
Passage geciteerd uit:
- Sylvain Tesson, Ongebaande paden – Een voetreis dwars door Frankrijk, Amsterdam – Antwerpen, Uitgeverij De Arbeiderspers, Vert. Eef Gratama, blz. 38 – 40.
Reiziger, filosoof en avonturier Sylvain Tesson (1972) is een bekende en zeer populaire hedendaagse Franse schrijver. De Arbeiderspers publiceerde eerder van hem Zes maanden in de Siberische wouden (Prix Médicis 2011) dat tevens een van onze lievelingsboeken is en Berezina (Prix des Hussards 2015).
Wij hopen oprecht dat De Arbeiderspers nog vele boeken van hem (alsnog) zal vertalen: een unieke, prettig wijsgerige en bovendien erudiete stem in de hedendaagse literaire wereld.
♥ Fernweh Magazine belicht regelmatig voortreffelijke en soms helaas onbekende / obscure boeken.
[…] van de digitale snelweg de geitenpaden die je dwars door de Franse natuur leiden, te betreden. Lees hier een mooi (kort) fragment uit dat […]