Filmpje: Bondskanselier Angela Merkel krijgt ongewild een bierdouche
Hieronder staat een erg grappige (en eigenlijk heel treurige) herkenbare column van Paul Postma. Ik moest eraan denken toen ik bovenstaand filmpje had gezien…
‘Ik heb geen hekel aan Nederland, maar in de horeca word ik wel op de proef gesteld.‘
“HET GAAT SLECHT IN DE HORECA EN DAT IS MAAR GOED OOK”
“This is fantastic: real Dutch meatrolls!” roept de menukaart mij toe. Door te weinig files heb ik een uurtje over, en omdat het toch lunchtijd is besluit ik om met mijn collega even een broodje te gaan eten. Op een terras aan de boulevard, want het is mooi weer en het is Noordwijk. “Wat wilt u drinken?” vraagt de ober. Het valt mij vaker op dat als je rond etenstijd in een restaurant iets wilt eten, je wordt gevraagd wat je wilt drinken. Waarschijnlijk een kwestie van winstmarge. Nu wil ik dat ook wel, maar ik kom om te lunchen. Dat schept verwarring. De ober zal zich al uit de voeten maken om eerst de drankjes te halen, maar gepokt en gemazeld als ik ben in Nederlandse restaurants – die meer op wachtkamers lijken dan op eetlokalen – beduid ik hem de menukaart uit te leggen zodat hij gelijk mijn bestelling kan opnemen. Ik heb tenslotte maar een uur voor dat broodje.
Het valt niet mee een broodje onder de tien euro te vinden, zodat ik angstig informeer of dat toch niet allemaal van die enorm lange stokbroden zijn vol prut die je met een heel gezin nog niet opkrijgt. Dat blijkt inderdaad het geval. Tot mijn oog valt op de aanprijzing in de aanhef. “Wat is dat?” vraag ik, “real Dutch meatrolls?” Die kosten zes en een halve euro, en dat geeft hoop. Hoewel de ober niet oogt als een vakantiekracht, heeft hij geen idee. “Er is geen menukaart in het Nederlands?” probeer ik hem te helpen. Nee, alles is in het Engels. Een briljante marketinggedachte in deze gelegenheid, waar behalve Nederlanders alleen Duitsers verkeren.
De ober moet het aan de baas vragen. Mijn collega bestelt alvast een broodje tonijn, waarvan wordt verzekerd dat het geen volledig stokbrood is, en ik wacht af. Na tien minuten blijkt het antwoord nog niet te zijn gevonden. Ondertussen krijgen wij ons drankje en mijn collega een gigantisch bord tonijn, waar bovenop een half broodje; eronder zit waarschijnlijk de andere helft. Na twintig minuten trek ik nog maar eens de aandacht. Inderdaad, ik word niet vergeten en nog eens vijf minuten later komt de chef echt. Hij weet wat het is, real Dutch meatrolls. Het gaat om twee kroketten met een boterham. Hij moet het drie keer zeggen voor ik begrijp dat dit het antwoord is. Maar ik vind inmiddels alles best, als ik maar wat te eten krijg, want heb ik nog tien minuten over. Kijk, en in die tijd kunnen de real Dutch meatrolls niet worden geserveerd. Ik werp mij schielijk op het bord tonijn van mijn collega, die – hoewel bekend om zijn gezonde eetlust – niet verder komt dan de helft. Achttien euro armer haast ik mij naar mijn cliënt. Ik heb geen hekel aan Nederland, maar in de horeca word ik wel op de proef gesteld. Ik ben iets te laat. “Hebben jullie al geluncht?” vraagt mijn relatie bij binnenkomst. ”Anders haal ik even een broodje.”
In: Postma, P., ‘De gehaakte aardbei. Waarom klanten en marketeers elkaar niet begrijpen’, Paperback, 175 blz., Haystack, 1e druk, 2008 ||| Bron: Mindz.com
[…] Angela Merkel krijgt bierdouche / Column Paul Postma: ‘Het gaat slecht in de horeca en dat is … […]