• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud

Fernweh Magazine

Ontsnap. Steeds vaker. En verder..!

  • Actueel
  • Cultuur
  • Artikelen & Interviews
  • Colofon
  • Winkelmand

Artikelen

Een bijzonder tafereeltje

Een bijzonder tafereeltje

by Redactie Fernweh Magazine · jun 3, 2022

In 1983 stonden drie danseressen terecht voor de rechtbank in Florida. Undercoveragenten zouden hebben geconstateerd dat de vrouwen ’te veel’ lieten zien, terwijl ze in een nachtclub werkten.

De aanklacht was verstoring van de openbare orde (‘indecency’).

De dansers zouden een lokale verordening hebben overtreden die naaktheid verbiedt op plaatsen waar eten en drinken wordt geserveerd. De advocaat van de vrouwen wees de rechter erop dat het damesslipje te groot zou zijn geweest om de lichaamsdelen te onthullen die de undercoveragenten beweerden te hebben gezien.

Dus vroeg de advocaat of zijn cliënten de dans die opgevoerd werd toen de agenten aanwezig waren, mochten laten zien. De rechter weigerde een dansdemonstratie in zijn privé-kantoor toe te staan, uit angst voor zijn vrij jonge carrière, maar stond wel een demonstratie in de rechtszaal toe. Hij zei later dat hij niet had verwacht dat de vrouwen dit in de rechtszaal zouden doorzetten.

De bijzondere foto van de rechtbankfotograaf laat zien wat er die dag gebeurde in de rechtszaal in Florida.

Danseres toont het bewijs
Danseres toont rechter het bewijs

Twee van de drie vrouwen draaiden zich om voor de rechter en lieten hun achterste aan hem zien. De rechter oordeelde toen dat hun slipje inderdaad voldoende groot was. Dit ongebruikelijke, bijzondere stukje bewijs… sprak de dansers vrij. De rechter was overtuigd door de (niet) naakte feiten.


Bron: Quora

Categorie: artikelen derden, diversen

Adem halen

Adem halen

by Redactie Fernweh Magazine · apr 15, 2020

De natuur haalt adem.

In diepe teugen wordt de schone lucht naar binnen gezogen. Vogels hebben het hoogste woord. Er is geen vuiltje aan de lucht.

Ondertussen is de vraag aan de orde hoe we de economie weer aan de praat krijgen. Wanneer kunnen we weer vliegen? Consumeren? Kopen? Met z’n duizenden tegelijk op een weilandje springen op de dreunende beat van DJ Huppelepup.

Als een verstokte roker die net zijn laatste sigaret heeft uitgedrukt verlangen we al weer naar de volgende. We weten heus wel dat het slecht voor ons is. Maar ja.

Symbolisch wel dat het Virus ons de adem beneemt. En de natuur weer wat lucht geeft. Zou het een boodschap zijn?

Maar luisteren we ook?

Kunnen we nog wel stil genoeg zijn om de subtiele boodschap van de natuur te horen? Of zijn we te druk met het redden van de economie en onze eigen kleine handeltje? Druk met zoomen, teamen, skypen… Alles om maar niet stil te vallen, stil te zijn. Want stel je voor dat we nu echt anders zouden moeten leven. Dat ons luxeleventje hier eindigt. Geen weekendjes Barcelona meer. Nooit meer in de file staan in je peperdure bolide. Nooit meer…

Nee, dan liever maar gewoon proberen te redden wat er te redden valt. In elk geval tot de volgende crisis. En de volgende.

Ondertussen haalt de natuur adem. Voor zolang als het duurt.


— Geschreven door: Ben Kuiken. Geplaatst met zijn voorafgaande, vriendelijk toestemming.

Afbeelding boven artikel: Yeh Tzu-Chi, Yan-Ming Mountain in June, 2009 – 2010, Tempera en olie op linnen, (122 x 224 cm). For sale on: Artsnet.com [‘fair use’].

Afbeelding in artikel: maker onbekend.

Categorie: artikelen derden, Filosofie

Stilstand door corona als bron van geluk

Stilstand door corona als bron van geluk

by J. Stevens · mrt 26, 2020

Juist het tot stilstand komen van het maatschappelijk leven vanwege de corona-pandemie, biedt ons misschien – geheel onverwacht – de juiste omstandigheid voor zoiets als… GELUK! In onderstaande geciteerde passage uit het essay van Arnon Grunberg: Het wonder van de stilstand. Het existentialisme van Le conseguenze dell’amore, legt de schrijver uit hoe dat mogelijk is:


Ordnung muss sein is geen typisch Duitse aberratie, maar een menselijk noodzakelijkheid. En die orde vereist een zekere onveranderlijkheid. Regelmaat is vertrouwen op stilstand. De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag. Eigenlijk zo min mogelijk, wanneer zij uitsluitend tijdens de grote vakantie lonkt, is het al zwaar genoeg. De landerigheid die zo typisch is voor de vakantie, is weinig anders dan de vrijheid die werd afgewezen omdat het te warm was voor zoveel inspanning. Boven de 25 graden zou men vrijheid moeten afschaffen.

Goed, het leven is een ritueel. De vrijheid lonkt tijdens de grote vakantie, maar goddank is die zomer snel weer voorbij en kan de bestrijding van de anarchie traditiegetrouw met voortvarendheid ter hand worden genomen. Waar je dan op uitkomt is het wonder van de stilstand.

     Nu heeft stilstand in onze contreien om allerlei redenen een negatieve bijklank. In beweging moet het leven zijn. En de mens dus ook. Werken moet hij, en als hij klaar is met werken moet hij sporten, want werken betekent achter een bureau zitten en dat is zoals bekend ongezond. Stilstand is achteruitgang. Stilstand is onproductief. Stilstand is de dood.

     Ooit hechtte de aristocratie aan deze of gene vorm van stilstand, mede dankzij het door elkaar husselen van de standen, de vrijheid lonkte weer eens, werd productiviteit een moreel imperatief. Stilstand werd de vijand van de economie en daarmee de vijand van de mens. Hoe eigenaardig. Want het jagen op geluk is toch weinig anders dan het jagen op stilstand.

     Het geluk staat stil, zoveel is zeker. Het bed hoeft niet meer verlaten te worden, eindelijk vallen laken en wereld samen. De dienstmaagd verschijnt met de pannenkoeken, de po wordt geleegd, zelfs het weer is gestremd. ‘De ware paradijzen zijn de paradijzen die je hebt verloren,’ schreef Marcel Proust.

    Geluk is de toestand waarin je het verlorene nog even om je heen hebt. Je hebt het al verloren, maar het is er nog even. Het is nog niet weggehaald. Daarom is stilstand ook zo cruciaal voor het geluk. Elke beweging brengt de machine van het verlies op gang. En als die machine eenmaal op gang is gebracht, dan is er geen houden meer aan. Maar tegelijkertijd moet het paradijs om als zodanig herkend te kunnen worden al verloren zijn. Pas op het moment dat je het verliest, herken je het: sodeju, dat was het paradijs.

     Uitzicht op het eigen verlies dat nog net aaibaar is. Zoiets zal ik me dan maar voorstellen bij geluk en nu wordt pijnlijk duidelijk hoe hopeloos het najagen van dat geluk is. Waar iets nagejaagd wordt, verdwijnt de stilstand. Het najagen brengt onherroepelijk de machine van het verlies op gang.


BRONNEN
Citaat

Arnon Grunberg, Het wonder van de stilstand. Het existentialisme van Le conseguenze dell’amore, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2013. (Dit essay maakt ook deel uit van de bundeling ‘Buster Keaton lacht nooit. Arnon Grunberg over film).

Foto

Thurman ‘Sparky’ Maddox 2020. Geplaatst met zijn vriendelijke toestemming.

Categorie: artikelen derden, Boeken, Cultuur, Filosofie

Blijven lopen. Op de hoogten van wanhoop

Blijven lopen. Op de hoogten van wanhoop

by J. Stevens · mrt 20, 2020

Het ‘juiste’ doen en het ‘foute’ nalaten? Daartoe zijn we zeker in tijden van Corona gehouden door de premier, door de Koning, de alziende blik van de buren of op zijn minst social media. Maar wat maakt ons er zo stellig over dat een dergelijk onderscheid te maken is (‘hamsteren deugt niet’) en dat wíj dit bovendien kunnen maken? En nu we toch even gedwongen stilstaan nu immers het maatschappelijk leven tot stilstand is gekomen, kunnen wij mijmeren over vragen als: doen wij in het ‘normale’ maatschappelijke leven wel ‘het juiste’? In onderstaande teksten wordt daaraan ook getwijfeld. Ze bieden op een intrigerende manier een aanknopingspunt en wellicht een welkom tegenwicht tegen al te veel (morele) zekerheid en misschien een uitnodiging om daar eens verder over te mijmeren. Je hebt nu immers toch niets anders te doen, nietwaar?

De Noord-Limburgse band Rowwen Hèze maakte ooit al in een liedtekst duidelijk dat er geen archimedisch punt is vanuit waar we goed of fout kunnen beoordelen. De tekst begint met passages over hoe schijnbaar oneerlijk het leven is, aan de hand van twee stereotypes:

Degenen die ervoor moeten vechten:

Ze zitte allien niemand kiekt nar ze um, ze griepe d’r altied net neave (Ze zitten alleen niemand kijkt naar ze om, ze grijpen er altijd net naast)
Ze vroage zich tien kier per dag af wurrum, wurrum giet ut noeit zoals ik ut wil (Ze vragen zich tien keer per dag af waarom, waarom gaat het nooit zoals ik het wil)

En degenen die het schijnbaar allemaal maar komt aanwaaien:

Altied goj zin maake zich noeit echt druk (altijd goede zin maken zich nooit echt druk)
Noeit um ‘n grapje verleage (nooit om een grapje verlegen)
Ze hebbe van alles en altied geluk (ze hebben van alles en altijd geluk)
Ze proate te hard en ze lache te veul (ze praten te hard en ze lachen te veel)
En met probleme zien ze zoe kloar (en met problemen zijn ze zo klaar)
Wat ze neet snappe dat is flauwekul (wat ze niet snappen dat is flauwekul)
En wat ze neet wiete is miestal neet woar (en wat ze niet weten is meestal niet waar)

En men vervolgt:

“D’n iene di rent veur zien leave (De ene rent voor zijn leven)

D’n andere wandelt hiel rustig vurbeej (De ander wandelt heel rustig voorbij)

Heej zuj d’r alles vur geave (Hij zou er alles voor over hebben)

En heej zet: ‘Ze moge ut hebbe van meej’ (En hij zegt: ‘Ze mogen het hebben van mij’)

Maar klopt dat eigenlijk wel, betwijfelt zanger Jack Poels het voorgaande – als een ware filosoof. En hij mijmert daarover in het vervolg van het lied:

Woar ge ok loept en wat ge ok bint (Waar je ook loopt en wat je ook bent)

Niemand de zeat ow wat good is of sleg (Niemand die zegt je wat goed is of slecht)

Niemand de wet wie verluust of wie wint (Niemand die weet wie verliest of wie wint)

Ge komt op ut end beej ow zelf tereg” (Je komt op het eind bij jezelf terecht).

 

Rowwen Hèze – Blieve Loèpe (Blijven Lopen)


Hiermee snijdt de Limburgse band treffend en op toegankelijke wijze een thema aan, waar de Roemeens-Franse filosoof Emil Cioran ook mee stoeide. Zijn werk kenmerkt zich in het algemeen door een intens filosofisch pessimisme. Zo hield hij zich in zijn werk bezig met lijden, verval en nihilisme. Kwam je bij Rowwen Hèze uiteindelijk nog ‘bij jezelf terecht’, qua morele oordelen, bij Cioran is dat nog maar zeer de vraag. Maar of dat zo erg is…?

Lees:

E.M. Cioran, On the Heights of Despair, The University of Chicago Press, 1996

 

E.M. Cioran (Rășinari, 1911 — Parijs, 1995)

 

 

Food for thought in deze tijden van Corona? Wat is beter in deze tijden: ‘Carpe diem? Memento Mori?’ Wie zal het zeggen. ‘Niemand die zegt je wat goed is of slecht / Niemand die weet wie verliest of wie wint / Je komt op het eind bij jezelf terecht’. Of misschien toch maar:

‘Be a snowflake dancing in the air, a flower floating downstream..!’


 

–

–

 

–

–

–

–

–

Categorie: Artikelen, Beeldende kunst, Boeken, Filosofie

Uit de dood (op)gekrast

Uit de dood (op)gekrast

by J. Stevens · jan 4, 2020

Dit is – in een notendop – het haast ongelofelijke verhaal van Bill Morgan: een verhaal over ups en downs in het leven. Nu ruim twintig jaar geleden, deden de volgende, haast ongelofelijke, gebeurtenissen zich voor.

In 1998 kwam Bill Morgan om het leven bij een auto-ongeluk. Maar liefst veertien minuten lang was hij klinisch dood. Hij werd desalniettemin succesvol gereanimeerd en belandde vervolgens in een coma van maar liefst twaalf dagen. Gedurende die tijd zweefde hij tussen leven en dood. Het ging soms erg slecht met hem. Maar hij ontwaakte weer. Het lot had andere plannen met de schijnbare pechvogel, zo zou blijken.

Binnen één jaar herstelde hij niet alleen volledig, hij verloofde zich met zijn geliefde én won een auto van $17 000 met een kraslot. Het kan verkeren. Maar dat is nog niet alles…

Een TV-ploeg van een nieuwszender die hem interviewde, gaf hem een kraslot en vroeg hem om in beeld na te spelen hoe hij eerder dat jaar, na uit de dood te zijn herrezen, de auto had gewonnen. En het ongelofelijke gebeurde… Live op camera won hij wéér! Nu maar liefst $250 000 en nog wel vol in beeld..!

Zit het jou vandaag ook even niet mee? Gefeliciteerd alvast? Want wie weet wat nog gaat komen..! 😉

 


Bronnen:

  • Bron 1: CNN, Bron 2: BBC, Check ook Youtube. Daar is het bewuste filmpje te zien
  • Coverfoto: Spencer Watson, Vancouver Canada, via Unsplash.com
  • foto: Liam Pozz genomen op de Sugar Pine Walk in Australie, via Unsplash.com

Als je dit verhaal ‘leuk’ vond, dan vind je misschien ook deze (haast) ongelofelijke, ronduit fabuleuze en / of soms hartverwarmende verhalen interessant? LEES VERDER:

Het fabuleuze verhaal van Xepsis Klerglemoss, uitvinder

Wat als een astronaut op de maan zou weigeren om terug te keren naar Aarde?

Wie wil niet ook een beetje Martin zijn?

HET BOS IN – 27 jaar alleen in de wildernis

Buitenwijk

Beruchte kajakziekte & De grootste ‘badass’

Wat zou jij doen als je nog 5 minuten te leven had?

De Samenzwering der Fietsers

Categorie: Artikelen, artikelen derden

Red niet de aarde maar de mens!

Red niet de aarde maar de mens!

by J. Stevens · feb 10, 2019

We horen steeds maar weer dat het klimaat of de aarde gered zou moeten worden. De aarde en het klimaat ‘redden’ zich wel, zelfs al warmen ze enorm op. De planeet blijft wel bestaan, maar wíj…

‘Binnenkort zal het te laat zijn…’

Bruno Latour, een Frans socioloog, antropoloog en filosoof die zich voornamelijk bezighoudt met wetenschapssociologie en technieksociologie, tweette vorig jaar, daarom zeer terecht dat de gangbare taal die we hanteren: ‘opwarming van de aarde’, ‘klimaatprobleem’, ‘klimaatsceptici’, ‘broeikaseffect’, etc. in feite de zaak waar het écht om gaat maskeert, er omheen draait of zoals hij het noemt: ‘depolitiseert’.

Encore un appel hier dans le Monde pour ‘sauver la planète’. Mais la planète n’est pas en danger et nous sommes incapables de la sauver.
C’est nous qu’il faut sauver nous et ceux dont nous dépendons et qui dépendent de nous. Pourquoi lancer des appels qui dépolitisent à ce point?”

– Bruno Latour, 4-9-2018 (Twitter)

Vertaling:

Nog een oproep gisteren in Le Monde [Frans dagblad, Fernweh] om ‘de planeet te redden’. Maar de planeet is niet in gevaar en we kunnen haar niet redden.
Wíj zijn het die gered moeten worden en zij van wie we afhankelijk zijn en die afhankelijk zijn van ons. Waarom oproepen doen die dit punt zo depolitiseren? ”

– Bruno Latour, 4-9-2018 (twitter)

Bruinkoolwinning (D). Grootste ‘graafmachine’ ter wereld.

Bomen. Weten onze kinderen nog wat dat zijn?

Zelfs als zou het 80 graden Celsius worden op aarde, de planeet draait wel door en ook blijft er een klimaat. Maar wij mensen en alle andere dieren overleven dat niet. En ook ‘de klimaatsceptici’ die menen dat de opwarming niet door de mens komt: wat maakt het uit? Al komt het door natuurlijke processen. Al komt het door de Paashaas. Die planeet redt zich wel. Het gaat er dus om dat ‘wíj het zijn die gered moeten worden en zij van wie we afhankelijk zijn en die afhankelijk zijn van ons’, zoals Latour het ‘juister’ verwoordt.

Een echt mensenprobleem, die opwarming en uitroeiing van ons, de mensheid. En een nogal nijpend probleem zou je zeggen, maar ondertussen geldt helaas ook nog die andere wijsheid van de Franse acteur en filmregisseur Jean Yanne, nietwaar? Hij zegt (vertaald):

Iedereen wil de planeet redden maar niemand wil het vuilnis even buiten zetten.”

(“Tout le monde veut sauver la planète, mais personne ne veut descendre les poubelles”)

 

Categorie: Artikelen, Artikelen & Interviews, Filosofie Tags: #broeikaseffect #globalwarming #klimaatprobleem #discours#anthropoceen #reddeaarde #BrunoLatour #GrasFabriek#beleidsprobleem #beleidstaal #denkadvies

Nachtwandelen, een ‘microavontuur’

Nachtwandelen, een ‘microavontuur’

by J. Stevens · nov 22, 2018

Je kent de dagelijkse sleur allemaal maar al te goed. ‘Different day, same shit’. Om aan de sleur te ontsnappen, zou je eens wat vaker het avontuur aan kunnen gaan. Maar je baan opzeggen, naar Azië vliegen en daar als Sjamaan emplooi vinden of Everest beklimmen, is toch iets te veel van het goede, nietwaar? “[…] Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.”, volgens Elsschot. Hoe kunnen we dan toch ontsnappen aan de sleur en het avontuur wél aangaan?

Wat is een ‘microavontuur’?

Alistair Humphreys kent de praktische bezwaren van de moderne stedeling maar al te goed. Hij is de schrijver van het boek Microadventures: Local Discoveries for Great Escapes. Daarin pleit hij voor het beleven van ‘microavonturen’. Het gaat om avonturen die je in je woonwijk kunt beleven, zoals onder andere ‘Een reis rond je huis’, ‘Gebruik je weekend’, ‘Uiteten gaan’ en ‘Vang het, kook het, eet het’. Avonturen voor mensen die het kantoorleven even willen ontvluchten maar dus alleen tijd hebben voor een eendagsavontuur. Daarna moeten de kinderen weer opgehaald worden bij de opvang. Precies díe haalbare avonturen, door Humphreys tot ‘microavonturen’ gedoopt, biedt hij ons. Zo beschrijft hij hoe je ‘de geïmproviseerde ontsnapping uit kantoor’ met verve kunt ondernemen, net als het ‘rivierzwemmen’ en bijvoorbeeld het ‘Creditcard Avontuur’ (avontuurlijk ja, maar wel met een vangnet). Volgens hem is er niet veel tijd of geld nodig om een gaaf avontuur te ondernemen. Zo kan je je, volgens Humphreys in het hoofdstuk ‘Forenzenavontuur’, vragen stellen als:

Hoe zou het zijn om op die heuveltop te zitten en de treinen te bekijken die voorbij denderen? Waarheen leidt het pad naast dat stroompje? Wat is er in dat kreupelhout te horen als de zon onder gaat en de vogels zich neervlijen voor de nacht?”

Antwoorden op die vragen leiden al gauw tot microavonturen. Wat is dus een microavontuur? Volgens Humphreys:

Het is dichtbij huis, goedkoop, eenvoudig, kort en biedt een 100% garantie dat het je leven verfrist. Een microavontuur is in de geest van een groot avontuur maar dan in een dag of zelf in slechts enkele uurtjes geperst”.

Een hoofdstuk uit het boek Microadventures

Maar who the fuck is Alastair Humphreys om van ‘microavonturen’ te spreken? Nou, hij komt van behoorlijk goede huize in dit opzicht. Zijn eigen avonturen mag je, in verhouding, gerust ‘mega-avonturen’ noemen, want hij is, zo is te lezen op de binnenflap:

“Een Britse avonturier, auteur, blogger, filmmaker en fotograaf. Hij bracht vier jaar fietsend rond de wereld door, een tocht van bijna 75.000 Kilometer door 60 landen over vijf continenten. Onlangs trok Alastair te voet door Zuid-India, roeide de Atlantische Oceaan over, liep zes marathons door de Sahara, trok dwars door IJsland en nam deel aan een expeditie in Antarctica dicht bij de Magnetische Noordpool. Hij hike’te 1600 Kilometer door Het Lege Kwartier [Eén van de grootse en droogste (zand)woestijnen ter wereld, bekend om zijn veranderlijke zandduinen, gelegen in het zuidoosten van Saoedi-Arabië en rond de grenzen met Oman en Jemen, red. Fernweh, JS] en zo’n 200 KM rond de M25 motorway – een van zijn baanbrekende ‘microavonturen’. Hij schreef negen boeken en werd door National Geographic één van de ‘Adventurers of the Year’ genoemd.” [Bron: boekcover, vert. JS]

Word je al moe van alleen al het lezen van dit gedeelte van zijn CV? Wees gerust hij heeft voor ons, gewone stervelingen, hele andere, zelfs (innerlijke) rust(-)gevende avonturen in petto!

 

Voorbeeld van een ‘microavontuur’ dat je zelf kunt aangaan: nachtwandelen

Als één van vele door hem aangedragen ideeën en voorbeelden, raadt hij aan om de routes die je vrijwel dagelijks loopt of die je maar al te goed kent nógmaals te bewandelen… maar dan ’s nachts. Hij noemt dat ‘A 5-To-9 Adventure’ hoewel dat veel uitgebreider is dan ik hier beschrijf. Je beleeft een kleine mindshift door de nightshift, zeg maar. Dit is overigens, zoals gezegd, een van zijn laagdrempelige instapavonturen; er zijn er ook die een stuk avontuurlijker zijn. Zie daarvoor zijn boek, vol prachtige foto’s.

De morgenstond heeft dan wel goud in de mond, maar er ’s nachts op uitgaan, kent ook zeker zijn charme. Omdat je in het donker minder ziet, wordt je je meer gewaar via je andere zintuigen. Die staan dan ook op scherp. Je wordt andere dingen gewaar, op een hele andere, schijnbaar alertere manier. Zo merk je dat vertrouwde plaatsen ineens heel anders, haast bijzonder of zelfs magisch lijken. Bovendien is het relatief stil. Die stilte bevordert een innerlijke stilte en rust die overdag vaak zo onbereikbaar is. Het kan zomaar zijn dat je je na je microavontuur zowel lichamelijk als geestelijk verfrist en zelfs geïnspireerd voelt.

Edward Hopper, Night Shadows (1921, gepubl. 1924)

Lopen door de nachtelijke stad kan trouwens ook als een beetje ‘eng’ voelen. Je bent op je hoede en gaat steeds sneller lopen, zoals wellicht te zien is op de beroemde ets Night Shadows (1921, gepubliceerd in december 1924) van Edward Hopper (1882-1967). De dramatische compositie van een eenzame figuur die zich door de verlaten stad haast, gezien van boven. Zegt men niet dat vooral in de stad ’s nachts plaatsvindt wat het daglicht niet kan verdragen? Als je je inbeeldt dat er in elk onverlicht portiekje en om elke hoek een straatrover of moordenaar staat dan levert dat al snel een kleine thrill op die natuurlijk hoort bij het beleven van het microavontuur. Statistisch gezien, hoef je er in Nederland nauwelijks voor te vrezen dat criminaliteit je daadwerkelijk treft in de stad, zo in het holst van de nacht, maar je weet maar nooit natuurlijk. Het risico is immers ook niet nul…

 

(Nacht)wandelen volgens anderen

De gedachte van Alistair Humphreys is zeker niet nieuw. In de (enigszins filosofisch getinte) literatuur komen al eeuwen vele wandelaars en nachtwandelaars voor. De ultieme wandelaar, in ieder geval qua hoffelijkheid, is wellicht Robert Walser (1878–1956) in zijn cultboek De Wandeling, maar denk ook eens aan Lao Tze, Jean Jacques Rousseau, Friedrich Nietzsche, Robert MacFarlane, Frederic Gros, Paolo Cognetti, Peter Wohlleben, Jon Krakauer, John Muir, Reese Witherspoon, Jack London, Cheryl Strayed, etc. etc. Boeken over, kort gezegd, wandelen in de natuur van deze schrijvers lijken zich in een toenemende belangstelling te verheugen en worden tegenwoordig ook regelmatig verfilmd.

De hedendaagse populaire schrijver Sylvain Tesson reisde Langs ongebaande paden – een voetreis dwars door Frankrijk, een verslag van – jawel – een bijzondere voetreis dwars door Frankrijk maar ook met uitstapjes naar de wereld van literatuur en filosofie. Hij wandelt overigens nauwelijks ’s nachts. Anders is dat bij de onvergetelijke hoofdpersoon Knulp uit het gelijknamige boek van Hermann Hesse. Hij wandelde – ook wel ’s nachts – heel wat af, bijvoorbeeld naar café’s in dorpen in de buurt. Uiteindelijk in gezelschap van het door hem zo begeerde arbeidersmeisje. Een mooier pleidooi voor het vrije, ongebonden leven, wars van elke burgermansmentaliteit dan beschreven door Tesson en Hesse is er nauwelijks te vinden. De vagebonden die zij zijn: zouden we daar niet allemaal een beetje méér van in ons leven kunnen gebruiken, net als van de sympathieke Franse en Duitse zwerversromantiek?

De magie van nachtwandelen volgens Thoreau

Titelpagina in 1854

En wat te denken van Henry David Thoreau, onder meer bekend van Walden (1854) waarin hij beschrijft hoe hij zich terugtrekt uit de maatschappij en in de bossen bij een meertje genaamd Walden Pond, in een hutje gaat leven? Hij wordt ook wel gezien als de ‘uitvinder’ van de moderne ‘natuurwandeling’. Over de magie die nachtelijke wandelingen te bieden hebben, schreef hij in zijn essay ‘Night and Moonlight’. Hieronder vind je daarvan een gecomprimeerde versie.

Daarbij is natuurlijk de ‘microuitdaging’ voor jou, mocht je die willen aangaan, om zelf eens een nachtelijke wandeling te ondernemen, al is het maar in je woonwijk, om zo te bezien of jij ook ervaart wat Thoreau hieronder zo mooi beschrijft. Nog mooier wellicht is het om ’s nachts in een bos te gaan wandelen dat je goed kent, net zoals Thoreau.  Herken je wat hij hieronder schrijft? Ervaar jij ook de magie die hij beschrijft, terwijl de rest van de wereld slaapt? Laat het ons weten.


Thoreau in ‘Walking’ (ingekort)

“Chancing to take a memorable walk by moonlight some years ago, I resolved to take more such walks, and make acquaintance with another side of Nature. I have done so.

I shall be a benefactor, if I conquer some realms from the night — if I report to the gazettes anything transpiring about us at that season worthy of their attention — if I can show men that there is some beauty awake while they are asleep — if I add to the domains of poetry.

Night is certainly more novel and less profane than day. I soon discovered that I was acquainted only with its complexion; and as for the moon, I had seen her only as it were through a crevice in a shutter, occasionally. Why not walk a little way in her light? Suppose you attend to the suggestions which the moon makes for one month, commonly in vain, will it not be very different from anything in literature or religion? But why not study this Sanskrit? What if one moon has come and gone, with its world of poetry, its weird teachings, its oracular suggestions — so divine a creature freighted with hints for me, and I have not used her — one moon gone by unnoticed?

’the light of the moon’ Foto: E. Grossgasteiger

It must be allowed that the light of the moon, sufficient though it is for the pensive walker, and not disproportionate to the inner light we have, is very inferior in quality and intensity to that of the sun. But the moon is not to be judged alone by the quantity of light she sends to us, but also by her influence on the earth and its inhabitants. “The moon gravitates toward the earth, and the earth reciprocally toward the moon.” The poet who walks by moonlight is conscious of a tide in his thought which is to be referred to lunar influence.

Many men walk by day; few walk by night. It is a very different season. Take a July night, for instance. About ten o’clock — when man is asleep, and day fairly forgotten — the beauty of moonlight is seen over lonely pastures where cattle are silently feeding. On all sides novelties present themselves. Instead of the sun, there are the moon and stars; instead of the wood thrush, there is the whippoorwill (vert.: een nachtzwaluwachtige, red. Fernweh, JS); instead of butterflies in the meadows, fireflies, winged sparks of fire! — who would have believed it? What kind of cool, deliberate life dwells in those dewy abodes associated with a spark of fire? So man has fire in his eyes, or blood, or brain.

Foto: Micael Widell

Instead of singing birds, the half-throttled note of a cuckoo flying over, the croaking of frogs, and the intenser dream of crickets — but above all, the wonderful trump of the bullfrog, ringing from Maine to Georgia. The potato vines stand upright, the corn grows apace, the bushes loom, the grain fields are boundless. On our open river terraces, once cultivated by the Indian, they appear to occupy the ground like an army — their heads nodding in the breeze. Small trees and shrubs are seen in the midst, overwhelmed as by an inundation. The shadows of rocks and trees and shrubs and hills are more conspicuous than the objects themselves. The slightest irregularities in the ground are revealed by the shadows, and what the feet find comparatively smooth appears rough and diversified in consequence. For the same reason the whole landscape is more variegated and picturesque than by day. The smallest recesses in the rocks are dim and cavernous; the ferns in the wood appear of tropical size. The sweet-fern and indigo in overgrown wood-paths wet you with dew up to your middle. The leaves of the shrub oak are shining as if a liquid were flowing over them. The pools seen through the trees are as full of light as the sky. “The light of the day takes refuge in their bosoms,” as the Purana says of the ocean. All white objects are more remarkable than by day. A distant cliff looks like a phosphorescent space on a hillside. The woods are heavy and dark. Nature slumbers. You see the moonlight reflected from particular stumps in the recesses of the forest, as if she selected what to shine on. These small fractious of her light remind one of the plant called moonseed — as if the moon were sowing it in such places.

Foto: Marie Miclot

In the night the eyes are partly closed, or retire into the head. Other senses take the lead. The walker is guided as well by the sense of smell. Every plant and field and forest emits its odor now — swamp-pink in the meadow, and tansy in the road; and there is the peculiar dry scent of corn which has begun to show its tassels. The senses both of hearing and smelling are more alert. We hear the tinkling of rills which we never detected before. From time to time, high up on the sides of hills, you pass through a stratum of warm air: a blast which has come up from the sultry plains of noon. It tells of the day, of sunny noontide hours and banks, of the laborer wiping his brow and the bee humming amid flowers. It is an air in which work has been done — which men have breathed. It circulates about from woodside to hillside, like a dog that has lost its master, now that the sun is gone. The rocks retain all night the warmth of the sun which they have absorbed. And so does the sand: if you dig a few inches into it, you find a warm bed.

Foto: Johannes Roth, Berlijn (D.)

You lie on your back on a rock in a pasture on the top of some bare hill at midnight, and speculate on the height of the starry canopy. The stars are the jewels of the night, and perchance surpass anything which day has to show. A companion with whom I was sailing, one very windy, but bright moonlight night, when the stars were few and faint, thought that a man could get along with them, though he was considerably reduced in his circumstances — that they were a kind of bread and cheese that never failed.

How insupportable would be the days, if the night, with its dews and darkness, did not come to restore the drooping world! As the shades begin to gather around us, our primeval instincts are aroused, and we steal forth from our lairs, like the inhabitants of the jungle, in search of those silent and brooding thoughts which are the natural prey of the intellect.

‘… the veil of night…’ | Foto: V. Colic

Richter says, that “the earth is everyday overspread with the veil of night for the same reason as the cages of birds are darkened, namely, that we may the more readily apprehend the higher harmonies of thought in the hush and quiet of darkness. Thoughts which day turns into smoke and mist stand about us in the night as light and flames; even as the column which fluctuates above the crater of Vesuvius in the daytime appears a pillar of cloud, but by night a pillar of fire.”

There are nights in this climate of such serene and majestic beauty, so medicinal and fertilizing to the spirit, that methinks a sensitive nature would not devote them to oblivion, and perhaps there is no man but would be better and wiser for spending them out of doors, though he should sleep all the next day to pay for it.

The Hindus compare the moon to a saintly being who has reached the last stage of bodily existence. Great restorer of antiquity, great enchanter! In a mild night, when the harvest or hunter’s moon shines unobstructedly, the houses in our village, whatever architect they may have had by day, acknowledge only a master. The village street is then as wild as the forest. New and old things are confounded. I know not whether I am sitting on the ruins of a wall, or on the material which is to compose a new one. Nature is an instructed and impartial teacher, spreading no crude opinions, and flattering none; she will be neither radical nor conservative. Consider the moonlight, so civil, yet so savage! The light is more proportionate to our knowledge than that of day. It is no more dusky in ordinary nights than our mind’s habitual atmosphere, and the moonlight is as bright as our most illuminated moments are.”


 


Bronnen en enkele literatuurverwijzingen:

  • Coverfoto bushokje: Micael Widell
  • Hermann Hesse, Knulp, Singel Uitgevers (ISBN 9789029518994)
  • Alistair Humphreys, Microadventures – Local Discoveries for Great Escapes, William Collins, 2014 (ISBN 9780007548040)
  • Sylvain Tesson, Ongebaande paden. Een voetreis dwars door Frankrijk, Arbeiderspers, 2017 (ISBN 9789029514385)
  • Robert Walser, De wandeling, Lebowski, 2015 (ISBN 9789048828661)


Als het bovenstaande je interesseert, dan vind je deze artikelen misschien ook interessant:

Wie wil niet ook een beetje Martin zijn?

Ongebaande paden

HET BOS IN – 27 jaar alleen in de wildernis

Buitenwijk

Categorie: Artikelen, Artikelen & Interviews, diversen

  • Ga naar pagina 1
  • Ga naar pagina 2
  • Ga naar pagina 3
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Ga naar pagina 21
  • Ga naar Volgende pagina »

Copyright © 2023 Fernweh Magazine · Log in

  • Home
  • Winkel
  • Winkelmand
  • Mijn account
  • Inschrijven voor de nieuwsbrief