Bron citaat: ‘Ludwig Wittgenstein – Losse opmerkingen. Een keuze uit de nalatenschap’, geredigeerd door Georg Henrik Von Wright m.m.v. Heikki Nyman, NL vertaling: Het Wereldvenster Baarn, 1979, blz 32
Filosofie
Tao, ook in een koffie verkeerd
Teken van de tijd
Alain de Botton, filosoof, gisteren op Twitter:
Sign of the times: next year, I stand to make more of my income talking about my books to audiences than selling the books themselves.“
De Boulimisch Nervose Organisatie (column)
‘Verdien € 500,-‘ zo luidt de koptekst van een mail van de HRM-afdeling. ‘Elke collega die een nieuwe collega aandraagt, verdient maar liefst €500,-‘ Het jachtseizoen is geopend, namelijk de jacht op talent. Het duurt niet lang meer voor de jacht ontaardt in een ware oorlog: een war on talent.
Raden van Bestuur weten zich in deze episode geen raad. Er is behoefte aan een boel mensen want het is een bull market. ‘Waar halen wij zo snel mensen vandaan?’, vraagt men zich af. Personele groeitargets worden gesteld en de messen geslepen, hoewel hier zonder mes en vork gegeten wordt. Gewoon, met beide handen, worden king size porties potentials gescout, topmensen ge-searched om vervolgens de organisatie binnengeschrokt te worden. ‘Sla het assessmentcenter maar even over. Binnenhalen die hap!’
Ook zijn er organisatieonderdelen die ongemerkt enorm gegroeid zijn. ‘Ik geloof erin dat een divers personeelsbestand het beste tegemoetkomt aan de steeds diverser wordende eisen vanuit de markt’, spreekt de bestuursvoorzitter zijn troepen toe. Hij koestert de heimelijke wens om dit jaar het personeelsbestand te verdubbelen. Dit is onbeheersbare binge-werving & selectie. ‘Heerlijk schrokken, haast zonder te proeven en het punt van verzadiging komt nooit!’
Maar dan zijn er plotseling die gevoelens weer. Sommige managers voelen zich in toenemende mate schuldig. Het besef dat de organisatie in korte tijd ongelofelijk gegroeid is, lijkt door te dringen. De groei-euforie waarin het management, haast zonder erbij na te denken, mensen binnenhaalt, lijkt plaats te maken voor neerslachtigheid.
‘Zit er niet wat te veel vet op de botten bij sommige organisatieonderdelen’ vragen sommigen zich heimelijk af. Zij vrezen dat het overgewicht op bepaalde plaatsen in de organisatie zichtbaar wordt. Gelukkig zijn daar de beoordelings- en functioneringsgesprekken weer, het middel voor ontslagaanzeggingen. De leiding beeldt zich in dat de eigen organisatie een enorme overhead heeft. Voordat deze ook anderen opvalt, laat de organisatie nu, met horten en stoten, mensen vertrekken. Voor de buitenwereld lijkt de omvang van de organisatie altijd constant. Stiekem, buiten het zicht van de buitenwereld, verlaten evenwel hele businessunits de organisatie. Ook intern wordt er nauwelijks over gepraat.
De kaasschaaf heeft inmiddels plaatsgemaakt voor de botte bijl. Kerntakendiscussies zijn aan de orde van de dag. ‘Waar staan wij als groep nog wél voor en waarvoor níet meer?’ De bekende adviesbureaus worden, als laxeermiddelen, ingehuurd om de hele dekselse boel eruit te mieteren. Ook bij sommige bekende adviesbureaus zelf, wordt de botte bijl van stal gehaald.
Aan de kwaliteit van high potentials en relatief nieuwe professionals wordt ineens getwijfeld. Destijds met veel bombarie binnengehaald, nu alweer uitgekotst. De broekriem wordt aangehaald, al het overtollige personeel wegbezuinigd. Managers voelen zich wat schuldig. Het snelle afslanken van de organisatie begint door te werken in de dagelijkse operatie van de organisatie: de dienstverlening hapert zo nu en dan. De stemming is depressief en neerslachtig.
Maar dan zijn er plotseling afdelingen waar ongemerkt alweer mensen zijn aangenomen. De RvB vraagt zich alweer af: ‘Hoe komen wij aan goede mensen?’ Het duurt niet lang of de afdeling HRM begint plannetjes te smeden. ‘Zou het geen goed idee zijn om collega’s te belonen met € 500,- als zij nieuwe collega’s werven?
Deze column is op 27-1-2010 eerder gepubliceerd in: De OrganisatieActivist
In deze column heb ik de typering van Bulimia Nervosa in DSM-IV, zoals gehanteerd binnen de psychologische wetenschappen, vrij vertaald naar een organisatietypologie binnen het daar geldende discours, in verhalende stijl, JS.
drs. Jorrit Stevens is als adviseur & partner verbonden aan:
GrasFabriek | Veranderen met betekenis
Leestip: Uit verveling
Uit verveling – Awee Prins
Verveling – wie kent dit ogenschijnlijk triviale verschijnsel niet: de verregende woensdagmiddagen en de eindeloze zondagen uit onze jeugd? Maar de verveling kan ook een grimmiger karakter aannemen of zelfs uitlopen op een afgrondelijke leegte waarin de wereld zijn betekenis geheel verliest.
In Uit verveling verdedigt Awee Prins de tegendraadse stelling dat de diepe verveling de verborgen grondstemming is van onze tijd. Dat lijkt tegen vele intuïties in te gaan. Nog nooit hebben we het zo druk gehad. Of proberen wij met onze rusteloze bedrijvigheid de diepe verveling voortdurend te verdrijven?
Tegen de achtergrond van een autobiografische ‘Kroniek van een verveeld leven’ schetst de auteur een literaire geschiedenis van de verveling, die wordt gevolgd door een exploratie in wetenschappelijke pogingen tot opheldering van het fenomeen. Deze pareert Prins, uitgaande van Heideggers ‘verborgen hoofdwerk’ Die Grundbegriffe der Metaphysik, met een diepgravende fenomenologie van de verveling. Een beslissend inzicht luidt, dat wij bij het voortdurend ontwijken van de verveling nooit geraken tot wat de ‘diepe verveling’ ons te zeggen heeft.
Daarop zet de auteur zijn centrale stelling uiteen dat de verveling de onderdrukte grondstemming is van deze tijd, waarin ons weliswaar alles ter beschikking staat, maar eigenlijk niets ons nog werkelijk raakt. Toch tracht hij vanuit deze ‘overvolle leegte’ ook een uitzicht te bieden om ‘uit de verveling’ te geraken; niet door snel om zich heen grijpende ’tegenbewegingen’ als Slow te propageren, maar door op zoek te gaan naar een bestaan waarin wij de dingen weer ‘recht doen’. Daarbij knoopt hij niet alleen aan bij Rilke’s ‘dingmystiek’, Ponge’s pleidooi voor de dingen en Heideggers inzicht in de ‘concrete oneindigheid’ der dingen, maar ook bij Latours recente oproep de ‘Realpolitik’ in te ruilen voor een ‘Dingpolitik’.
Awee Prins’ even messcherpe als hilarische, even diepgravende als lichtvoetige ‘Kritiek van de vervelende en verveelde Rede’ is een lust om te lezen. ‘Never a dull moment’.
_____
Awee Prins (1957) is universitair docent fenomenologie, hermeneutiek en filosofie & kunst aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit.
Radioprogramma: In gesprek met Awee Prins
Volgens filosoof Awee Prins kunnen uit verveling de grootste dingen groeien. Het gebeurt alleen niet meer. De huidige westerse mens wordt nergens meer door geraakt, maar zoekt voortdurend het interessante in de hoop dat de verveling verdwijnt. In zijn boek “Uit verveling” houdt Prins een hartstochtelijk pleidooi voor de kunst van het vervelen.
↓
Luister naar de radiouitzending die plaatsvond voor de jaarwisseling, namelijk op 31 dec 2007 van 19:04??- 00:00 uur op Radio 1 (Kunststof). Presentatie: Jellie Brouwer
(het programma begint na de reclame.)
Niets
Deze column in De OrganisatieActivist gaat niet over organisaties en ook niet over activisme. Integendeel. Toch vermoed ik dat dit tegenovergestelde wel eens erg aantrekkelijk zou kunnen zijn voor al diegenen die in organisaties actief zijn. Deze column gaat namelijk over: Niets.
— Column door: Jorrit Stevens
Eerder gepubliceerd in: De OrganisatieActivist
In organisaties gaat het echt om iets: plannen maken en doelen stellen zodat morgen beter is dan vandaag. Organisaties worden bevolkt door actieve doeners, zelfs wereldverbeteraars: De wereld van nu is niet goed genoeg, althans daar wordt in organisaties van uitgegaan. Daarom moet er gewerkt worden aan een beter product van morgen. Welbeschouwd zijn plannen de door mensen bedachte fantasieën over een mogelijke toekomst die beter, meer, efficiënter, veiliger, effectiever, enzovoorts is dan nu. De in deze plannen gestelde doelen bereiken we niet zomaar, nee daar moet actief aan gewerkt worden. De activiteiten van een organisatie zijn gericht op een ‘verbeterslag’ naar een gedroomde toekomst ‘daar & dan’.
Mij lijkt dat het tegenovergestelde ten onrechte geen aandacht krijgt. Aandacht voor Niets in plaats van iets. In plaats van handelen en doenerigheid zoals dat centraal staat in organisaties, komt niet-handelen en niet-doen. In plaats van haast komt stilstaan, in plaats van geluid komt stilte. U begrijpt wat ik bedoel. In plaats van de plannenmakerij en de doelgerichtheid gefocust op ‘daar & dan’, komt mij louter aandacht voor het ‘hier & nu’ als aantrekkelijker voor.
In organisaties wordt beleid ontwikkeld. Over beleidsontwikkeling zijn boekenkasten volgeschreven. Opmerkelijk is dat over beleidsbeëindiging nauwelijks boeken geschreven zijn. Kennelijk ligt het van Niets íets maken meer voor de hand dan vice versa. Niet alleen in organisaties is dat zo, ook individuen lijken het te prefereren. Denk aan het verschil tussen starten met iets, bijvoorbeeld roken, in vergelijking tot het weer stoppen met iets of terugkeren naar Niets. Om met Herman van Gunsteren te spreken: “Stoppen; U kunt het, u wilt het, u doet het niet”. Hoewel Niets (niet-doen, niet-handelen) wellicht het allergemakkelijkste of zelfs een oertoestand lijkt voor ons mensen (wat is er gemakkelijker dan Niets doen?) lijken we er alles aan te doen om daaraan te ontsnappen, zeker in organisaties.
Als we aan Niets denken, vrezen we al snel verveling. Awee Prins, filosoof, meent dat: “De diepe verveling de verborgen grondstemming [is] van onze tijd”. Hij vraagt zich af of wij met onze rusteloze bedrijvigheid de diepe verveling voortdurend proberen te verdrijven. In de organisatocratie geldt dat druk bezig zijn en een overvolle agenda hebben synoniem zijn aan succes. Een belangrijk inzicht van Prins luidt, dat wij bij voortdurende ontwijking van de verveling nooit geraken tot wat de “diepe verveling” ons te zeggen heeft.
Aandacht hebben voor Niets dat zich slechts in het hier & nu toont, is mijns inziens toch zeker de moeite waard. Niets vertoont zich in onder meer gaten, leegtes en stiltes. Het is de moeite waard om ‘de kunst van het weglaten’ te bezigen want ‘in de beperking toont zich de meester’. Door oprechte aandacht voor het hier & nu ontvouwt zich de mogelijke poëtica van het moment.
In de muziek is bijvoorbeeld goed te merken dat wanneer, laten we zeggen Paul Bley (zie: https://www.organisatieactivist.nl/www/de-organisatie-treuzelaar/ ) of Miles Davis een stilte laten vallen (even Niets) dit de muziek extra zeggingskracht kan geven. En wat maakt een donut: het deeg of het gat? In een groep mensen die elkaar aankijken en een tijd Niets zeggen, stijgt de spanning al snel totdat het ondragelijk wordt en een van de mensen de stilte doorbreekt door iets te zeggen. De zeggingskracht van de stilte ervaren zij haast als oorverdovend. In organisaties lijkt Niets kost wat kost vermeden te moeten worden: stilstand is achteruitgang, meent men daar. Aart Goedhart en Barbara van der Steen beschrijven de paradox dat veel overprikkelde mensen, ‘rust en stilstaan’ als remmend en gevaarlijk ervaren. Hetzelfde geldt, volgens hen, voor organisaties. Door Jos Kessels en anderen wordt stilstaan in verband gebracht met bezinning ‘los van resultaten en organisatiedoelen’. Zij beschrijven ‘stilstaan’ als start voor mentale vrijheid. Niets is zo heerlijk.
Wellicht dat u, door een week Niets te doen, uw werk ‘iets’ anders ervaart. Maakt u zich in ieder geval geen zorgen als uw collega u in die week vraagt wat u in vredesnaam aan het doen bent, dan kunt u naar waarheid antwoorden: ‘O, niets’.
Bronnen en leestips:
- Easy Aloha’s, Gaten & andere dingen die er niet zijn, Nieuw Amsterdam, 2008
- Prins, A.; Uit verveling, Boekencentrum, 2007
- Hermsen, J., J., Stil de tijd. Pleidooi voor een langzame toekomst, De Arbeiderspers, 2009
- Kessels, J., Boers, E., Mostert, P., Vrije ruimte. Filosoferen in organisaties, Boom, 2002
- Goedhart, A. & B. Van der Steen, Overspannen organisaties; Op zoek naar herstel, Kessels & Smit Utrecht, 2006 [artikel]
- Bos, R. ten; Business ethics, accounting and the fear of melancholy, Organization. Vol. 10, Iss. 2; blz. 267, Londen, Sage Publications Ltd., 2003
- Feltmann, C.E., Denkwerk en Taalspel in Organisaties, IGOP Hilversum, 2010 [artikelbundel]
- Lennon-McCartney (Beatles), Fixing a hole, op: Sgt. Pepper’s LHB, Parlophone, 1967 [muziek]