Het ‘juiste’ doen en het ‘foute’ nalaten? Daartoe zijn we zeker in tijden van Corona gehouden door de premier, door de Koning, de alziende blik van de buren of op zijn minst social media. Maar wat maakt ons er zo stellig over dat een dergelijk onderscheid te maken is (‘hamsteren deugt niet’) en dat wíj dit bovendien kunnen maken? En nu we toch even gedwongen stilstaan nu immers het maatschappelijk leven tot stilstand is gekomen, kunnen wij mijmeren over vragen als: doen wij in het ‘normale’ maatschappelijke leven wel ‘het juiste’? In onderstaande teksten wordt daaraan ook getwijfeld. Ze bieden op een intrigerende manier een aanknopingspunt en wellicht een welkom tegenwicht tegen al te veel (morele) zekerheid en misschien een uitnodiging om daar eens verder over te mijmeren. Je hebt nu immers toch niets anders te doen, nietwaar?
De Noord-Limburgse band Rowwen Hèze maakte ooit al in een liedtekst duidelijk dat er geen archimedisch punt is vanuit waar we goed of fout kunnen beoordelen. De tekst begint met passages over hoe schijnbaar oneerlijk het leven is, aan de hand van twee stereotypes:
Degenen die ervoor moeten vechten:
Ze zitte allien niemand kiekt nar ze um, ze griepe d’r altied net neave (Ze zitten alleen niemand kijkt naar ze om, ze grijpen er altijd net naast)
Ze vroage zich tien kier per dag af wurrum, wurrum giet ut noeit zoals ik ut wil (Ze vragen zich tien keer per dag af waarom, waarom gaat het nooit zoals ik het wil)
En degenen die het schijnbaar allemaal maar komt aanwaaien:
Altied goj zin maake zich noeit echt druk (altijd goede zin maken zich nooit echt druk)
Noeit um ‘n grapje verleage (nooit om een grapje verlegen)
Ze hebbe van alles en altied geluk (ze hebben van alles en altijd geluk)
Ze proate te hard en ze lache te veul (ze praten te hard en ze lachen te veel)
En met probleme zien ze zoe kloar (en met problemen zijn ze zo klaar)
Wat ze neet snappe dat is flauwekul (wat ze niet snappen dat is flauwekul)
En wat ze neet wiete is miestal neet woar (en wat ze niet weten is meestal niet waar)
En men vervolgt:
“D’n iene di rent veur zien leave (De ene rent voor zijn leven)
D’n andere wandelt hiel rustig vurbeej (De ander wandelt heel rustig voorbij)
Heej zuj d’r alles vur geave (Hij zou er alles voor over hebben)
En heej zet: ‘Ze moge ut hebbe van meej’ (En hij zegt: ‘Ze mogen het hebben van mij’)
Maar klopt dat eigenlijk wel, betwijfelt zanger Jack Poels het voorgaande – als een ware filosoof. En hij mijmert daarover in het vervolg van het lied:
Woar ge ok loept en wat ge ok bint (Waar je ook loopt en wat je ook bent)
Niemand de zeat ow wat good is of sleg (Niemand die zegt je wat goed is of slecht)
Niemand de wet wie verluust of wie wint (Niemand die weet wie verliest of wie wint)
Ge komt op ut end beej ow zelf tereg” (Je komt op het eind bij jezelf terecht).
Rowwen Hèze – Blieve Loèpe (Blijven Lopen)
Hiermee snijdt de Limburgse band treffend en op toegankelijke wijze een thema aan, waar de Roemeens-Franse filosoof Emil Cioran ook mee stoeide. Zijn werk kenmerkt zich in het algemeen door een intens filosofisch pessimisme. Zo hield hij zich in zijn werk bezig met lijden, verval en nihilisme. Kwam je bij Rowwen Hèze uiteindelijk nog ‘bij jezelf terecht’, qua morele oordelen, bij Cioran is dat nog maar zeer de vraag. Maar of dat zo erg is…?
Lees:
E.M. Cioran, On the Heights of Despair, The University of Chicago Press, 1996
Food for thought in deze tijden van Corona? Wat is beter in deze tijden: ‘Carpe diem? Memento Mori?’ Wie zal het zeggen. ‘Niemand die zegt je wat goed is of slecht / Niemand die weet wie verliest of wie wint / Je komt op het eind bij jezelf terecht’. Of misschien toch maar:
‘Be a snowflake dancing in the air, a flower floating downstream..!’
–
–
–
–
–
–
–