Dit keer tippen we muziek uit de hele wereld. We beginnen met de koningin van de Braziliaanse Samba (1), bezoeken vervolgens een IJslandse multi-instrumentalist (2), lanceren ons richting de mysterieuze kosmische sound van de Kaapverdische Eilanden (3), dompelen ons onder in bijzondere experimentele Afro-Haitiaanse klanken (4) om weer even op adem te komen bij het luisteren naar een meisjeachtige stem uit Brooklyn (5). Kan je nagaan. En dan komen de bonustips pas… Goede reis!
Albumtips week Nr. 26 | 2016
- Elza Soares – The Woman at the End of the World
- Ólafur Arnalds – Late Night Tales
- Various Artists – Space Echo (The Mystery Behind the Cosmic Sound of Cabo Verde Finally Revealed)
- Afro-Hiatian Experimental Orchestra
- Big Thief – Masterpiece
________________
BONUSTIPS:
- Mitski – Puberty 2
- Con Brio – Paradise
- Dj Shadow – Mountain Will Fall
- The Felice Brothers – Life in the Dark
- Elza Soares – The Woman at the End of the World
“Brazil’s samba queen still rules” kopt The Guardian en deelt een zeldzame 5-sterrenwaardering uit. Tijd lijkt geen vat te hebben op de buitengewone Elza Soares. Officieel is ze diep in de 70 (hoewel bronnen erop lijken te duiden dat ze ook best eens ouder zou kunnen zijn) en ze overleefde een flinke terugval in haar carrière. Geboren in de harde favela-realiteit van Rio, werd ze in de vijftiger jaren van de vorige eeuw geprezen als een van de grootste samba-koninginnen van de stad, vervolgens was ze niet meer in de mode, om vervolgens terug te keren als Braziliaans icoon. En ze heeft haar muziek steeds weer vernieuwd. Gelet op het feit dat de experimentele muziekscene nu in São Paulo huist, nam zij deze opmerkelijke nieuwe set op met een band waarin ook Kiko Dinucci van Metá Metá en leden van het Afrobeat-beinvloede Bixiga 70 een rol spelen. Ze mixen samba met overstuurde rock- en jazzinvloeden op nummers die over onderwerpen gaan als huiselijk geweld en de dood van een crackverslaafde travestiet. The Guardian besluit: “Soares’s husky, crooned vocals dominate throughout. Surely the Brazilian album of the year.” [vrij naar: The Guardian. JS – Fernweh Magazine] Overigens delen we bij Fernweh Magazine die conclusie (nog) niet. Dat zou veel te voorbarig zijn. Luister alleen al eens naar het prachtige album van Céu dat we vorige week tipten. Er komt veel moois uit Brazilië en er kan nog veel meer moois vandaan komen..!
2. Ólafur Arnalds – Late Night Tales
Ólafur Arnalds begon zijn muzikale carrière in punk- en metalbands, maar is tegenwoordig vooral bekend van tracks als Tomorrow’s Song, þú Ert Jörðin en Near Light, waarin de IJslandse multi-instrumentalist strijkers, piano, ambient en elektronische muziek in en met elkaar vermengd. Arnalds toerde in 2008 met grote broer Sigur Rós en schreef recentelijk de muziek voor hitserie Broadchurch. Op het begrip LateNightTales, waar onder meer Air, Bonobo, MGMT en Fatboy Slim hem voorgingen, komen maar liefst achttien nummers voorbij. Het is een reis door moderne en klassieke composities, post-dubstep, techno en elektronisch geëxperimenteer. De samenwerkingen met Koreless (Last Remnants), Four Tet (Lion) en Jai Paul (Jasmine) zijn prachtig en worden aangevuld met exclusief eigen werk. RGB en Kinesthesia I zijn betoverend goed en doen uitkijken naar een solo-album van deze grootmeester uit het noorden. Middels ‘a spoken word piece’ sluit Broadchurch acteur David Tennant het album welhaast poëtisch af. Recensie: J. Teitsma
3. Various Artists – Space Echo (The Mystery Behind the Cosmic Sound of Cabo Verde Finally Revealed)
Stel, je hebt een verzameling briljante nummers, afkomstig uit een minuscule republiek aan de uiterste grens van obscuriteit. Hoe breng je die aan de man? Samy Ben Redjeb, de drijvende kracht achter het label Analog Africa, komt bij Space Echo met een volstrekt idioot verhaal op de proppen:
Een schip met elektronische instrumenten aan boord verdwijnt in 1968 op reis van Baltimore naar Rio de Janeiro. Enkele maanden later wordt het ontdekt in een inslagkrater op een Kaapverdisch eiland. De instrumenten – alle op miraculeuze wijze onbeschadigd – worden uitgedeeld onder de bewoners van de eilandengroep. Wonderbaarlijk is ook dat straling van onbekende herkomst de mensen ter plekke in muzikale genieën verandert.
Met zo’n flauw verhaal zou je bijna over het hoofd zien dat de muziek inderdaad briljant is. Op Space Echo nemen Amerikaanse funk en Latijnse ritmes het op tegen Afrikaanse bezieling. Deze mix van ingrediënten pakt telkens anders uit. Herkenbare elementen maken duidelijk dat deze muzikanten niet in een isolement opereren. Wat telt is het resultaat, en dat is alleszins smakelijk. Een enkele keer vliegen ze uit de bocht met al te bizarre instellingen op het toetsenbord, maar het zijn meesters in het bedenken van vindingrijke details. Verstopt achter onvermoeibaar stuiterende akkoorden hoor je in Odio Sem Valor een kalm solerende gitaar. Bassen huppelen rond als puberende bokjes. Drums en slagwerk gaan zich te buiten aan het vervaardigen van complexe vlechtmatjes. Dit is pop, gestoken in een uiterst kleurig jasje en voorzien van bijzonder effectief elastiek. En met meer dan aanstekelijke zang – brandstof voor een oplaaiend feestje. Recensie: R. van Peer
4. Afro-Hiatian Experimental Orchestra
West Afrika en Haïti zijn gescheiden door een complete Atlantische oceaan, maar muziek trekt zich daar weinig van aan, zo blijkt altijd weer. De mensen die ooit gedwongen naar dat Caribische eiland werden gebracht herkennen moeiteloos de ritmes van het verre verleden. Het Afro Haitian Experimental Orchestra was een idee van Corinne Micaelli, de directeur van het Franse Instituut op Haïti. Zij wou afrobeatdrummer Tony Allen naar het eiland halen, liefst om hem met Haïtiaanse muzikanten in het openbaar te laten optreden. Allen stemde toe, en Erol Josué, zanger, danser, voodoo priester en directeur van het Haïtiaanse Bureau van Ethnologie, hielp bij het vinden van lokale percussionisten en zangers. De muzikanten werden uit een aantal van de beste Haitiaanse bands gerecruteerd. Ze hadden vijf dagen om te componeren en te oefenen voor de set die ze zouden spelen op een plein in Port-au-Prince die live op tv zou worden uitgezonden. Mark Mulholland, die was aangetrokken als de gitarist van de band, zegt:
“Het was een complete chaos om het voor elkaar te krijgen – krankzinnig. Met zijn allen in een kleine kamer – tien percussionisten van de topbands van Haïti, plus Tony*, Olaf Hund op keyboards, en Philippe Dary, een oude vriend van Tony, op bas. Hij werd in feite de muzikale leider. Het geluid was overweldigend.”
*Tony Allen [red. Fernweh]
De muziek groeide organisch uit lange jamsessies, sommige gestart door Allen en de andere Westerse muzikanten, opgebouwd rond Allen’s afrobeatritmes en de grooves van Dary’s bas. Een aantal nummers kwam van de Haitiaanse muzikanten, gebaseerd op voodoo ritmes en een chant. Niemand wist vantevoren waar ze aan begonnen waren, maar de wortels van beide kanten van de Atlantische oceaan grepen mooi in elkaar, met lagen van polyritmes die eeuwen en culturen overbruggen. Tegelijk klinkt het allemaal modern, en hoor je ook de invloed van Sun Ra of Krautrock, en wordt er ook elektronica en psychedelica door geroerd. Wereldfusie die bruist en spettert. Het leek er even op dat het bij dat ene optreden in de open lucht zou blijven, maar Mulholland heeft van de repetities gelukkig een aantal multi-track opnames gemaakt, die weer gebruikt zijn als basis voor een magnifiek album, waar je goed op kunt horen dat er iets heel bijzonders gebeurde bij dat Afro Haitian Experimental Orchestra.
5. Big Thief – Masterpiece
Big Thief komt tot ons met de warme aanbeveling van Sharon van Etten. Als je dat weet, weet je ook ongeveer wat voor soort vlees je in de kuip hebt, een serieuze band die net zoveel aandacht aan de tekst besteed als aan de muziek. Die teksten zijn uit het leven en fantasie gegrepen van Adrianne Lenker. Big Thief komt uit Brooklyn en debuteerde zeer onlangs met het semi-ironische genaamde album, Masterpiece. De songs van Big Thief zijn melodieuze miniatuurtjes met een begeleiding van bas, drums en elektrische en inventieve gitaren. Samen met de meisjesachtige stem van Arianne zuigen ze de luisteraar in dit bijzondere album. De single Paul dekt de lading behoorlijk met z’n trage tempo, vervreemdende gitaarsolo en expressieve zang en het nummer Masterpiece is ook echt een meesterwerk. Recensie: F. van der Enden (Pinguin radio)
BONUSTIPS
- Mitski – Puberty 2
Vraag Mitski Miyawaki naar geluk en ze zal woest waarschuwen: ‘Happiness fucks you’. Tot dusver verkondigde de New Yorkse haar contra-geluk-boodschap op al haar releases, maar nog nooit was haar statement zo krachtig als op haar nieuwe album ‘Puberty 2’. Happiness is up, sadness is down, but one’s almost more destructive than the other. En als je dat weet, dan weet je dat de ene periode de ander hoe dan ook weer zal opvolgen. In deze elf songs is de spanning tastbaar als een wonderschoon en tegelijkertijd wreed romantisch achterland. Sterogum: No one else can make shattering sound like such an act of strength.
- Con Brio – Paradise
Paradise is het nieuwe album van Con Brio, de uit San Francisco afkomstige soul/r&b band rond de charismatische zanger en gitarist Ziek McCarter. Met hun energieke Bay Area funk en psychedelische soul in de traditie van bands als Sly & the Family Stone wist Con Brio het afgelopen jaar al een indrukwekkende live reputatie op te bouwen.
Op Paradise vat de band haar energie, chemie en strakke live sound moeiteloos samen op één album. Met Paradise brengt zanger Ziek McCarter een ode aan zijn vader, een Vietnam veteraan die in 2011 door de East Texas police werd doodgeschoten. De nacht voordat McCarter met Con Brio en producer Mario Caldato (Beastie Boys, Beck, Sue Jorge) de studio in dook droomde hij dat zijn vader bij hem op bezoek kwam. Tijdens deze droom ontving hij van zijn vader de uitnodiging, “come with me to paradise”.
De boodschap in de droom was een van de meest spirituele momenten uit het leven van de drieëntwintigjarige zanger en werd een bron van inspiratie voor de opnamen van het nieuwe album. 2015 was een druk jaar voor de bruisende band uit San Francisco. Het was het jaar waarin debuut EP Kiss The Sun het licht zag, gevolgd door een tour door de Verenigde Staten en Europa. In Nederland, hun eerste internationale ervaring, was de band te gast bij onder meer DWDD en Giel op 3FM. Overal waar de band verscheen waren de kritieken van het publiek en van de vakpers lovend. Na hun indrukwekkende show op het Austin City Limits Festival werd Con Brio door PopMatters zelfs uitgeroepen tot ‘The Best New Live Band In America’!
- Dj Shadow – Mountain Will Fall
Hoeveel albums DJ Shadow ook na dit vijfde nog maakt, zijn eerste inmiddels alweer twintig jaar oude debuut Endtroducing zal altijd zijn beste worden gevonden. De onnavolgbare turntablist en samplingtovenaar die eigenlijk gewoon Josh Davis heet, bleef nadien op hoog niveau actief, zeker ook in de zaal, maar raakte inhoudelijk steeds meer verwijderd van het concept van zijn oerknal die het Londense platenlabel Mo’ Wax een onuitwisbare mythevorming bezorgde. Opmerkelijk aan The Mountain Will Fall is dat DJ Shadow er veel meer live-instrumenten voor heeft gebruikt en veel minder samples maar dat hij qua sfeer, flow en toonzetting wel degelijk naar de uitgangspunten van Endtroducing is teruggekeerd. Dat heeft een verrassend sterke plaat opgeleverd die van begin tot eind boeit, ook al zijn niet alle nummers even raak. Soul en echte liedjes zijn minder talrijk dan op zijn vorige twee albums. Die zijn verdrongen door onheilszwangere soundscapes en gesampelde quotes en vijfsterrenhiphop op het knetterende Nobody Speak met Run The Jewels. Hoogtepunt is het elektronische Bergschrund dat DJ Shadow maakte met zijn Duitse collega Nils Frahm. The Mountain Will Fall lijkt aanvankelijk alle kanten uit te schieten maar net als op Endtroducing zorgt de karakteristieke flow op den duur voor een diepe geul die het beklijvingproces intensiveert. Recensie: W. Koevoet
- The Felice Brothers – Life in the Dark
Beluister en volg hier onze Albumtips-playlist. Wekelijks ververst:
(tip: het begint vanwege een ‘bug’ met nr. 2 dus nr. 1 overslaan!)