Over de rol die we spelen, de gevangenis die we zelf bouwen én bewaken en het hervinden van het mens-zijn
Er zijn films die je bekijkt, en films die je geest openen.
My Dinner with André (1981) is zo’n film: twee mensen aan tafel, een gesprek zonder spektakel, maar met een intensiteit die voelt alsof er een zenuw wordt geraakt die al jaren onder de huid lag te trillen.
Roger Ebert, de beroemde filmcriticus die als eerste een Pulitzerprijs (wiki) voor zijn werk ontving, noemde het de beste film van 1981. Hij noemde het later één van de vijf belangrijkste films van het decennium, zette het in zijn serie Great Movies en schreef dat hij geen andere film kende volledig vrij van clichés.
Het is een film die je niet consumeert, maar die je hiér raakt:
in de vraag of we nog wel wakker leven.
Dit artikel wil die vraag verkennen.
Niet omdat er iets “gebeurt”, maar omdat alles gebeurt.
Twee mensen, één tafel, de waarheid als mes.

De gevangenis die wij zelf bouwen
In het centrale fragment vertelt André over een boomkundige die zijn leven wijdt aan het redden van bomen. Deze man zegt:
“New York is the new model for the concentration camp,
where the inmates are the guards.
They have built their own prison.”
En dan legt hij een dennenzaadje in André’s hand en zegt:
“Escape before it’s too late.”
De waarschuwing is geen melodrama. Het is diagnose. We bouwen systemen — werkritmes, identiteiten, agenda’s, sociale structuren — en daarna verdedigen we ze alsof ze ons zijn. Alsof dit het enige is dat van betekenis is. Alsof het een natuurverschijnsel is en niet slechts door ons bedachte structuren.
Foucault: macht is niet iets boven ons, maar ín ons
Foucault schreef dat moderne macht niet vooral werkt via brute onderdrukking, maar via gewoonte en normalisering. We doen wat “normaal” is; we leven volgens verwachtingen die niet van ons zijn; we spelen rollen en noemen dat identiteit.
We zijn tegelijk:
- de gevangene
- én de bewaker
Dat is de tragiek — maar ook het begin van bewustzijn.
De acteur en de mens
André vertelt dat hij besefte dat hij een rol speelde: de rol van de vader, de kunstenaar, de man die weet wat hij doet. Onder die rol zat iets anders: een kwetsbaar, levend, voelend mens.
Dat is geen nieuwe gedachte — maar de film zegt het zonder decor, zonder demonstratie. Daarom komt het aan.
We zijn niet wie we denken dat we zijn.
We spelen wie we denken dat we moeten zijn.
Verveling als brainwashing
Dan komt een zin die vandaag huiveringwekkend actueel voelt en vol betekenis is:
“Somebody who’s bored is asleep.
And somebody who’s asleep will not say no.”
Over hoe we kijken en wie er meekijkt
In 1929 schreef Kurt Tucholsky in Die Weltbühne:
“Wer noch ein klein wenig Ehrgefühl im Leibe hat, der liest diese Zeitung nicht.”
— over de sensatiekrant B.Z. am Mittag
Hij waarschuwde dat media niet alleen informeren, maar vormen: hoe we voelen, wat we verlangen.
Ruim dertig jaar later schreef Guy Debord:
“Alles wat ooit direct geleefd werd, heeft zich verwijderd in een representatie.”
— La Société du Spectacle, 1967
Hier verschuift leven naar beeld, aanwezigheid naar vertoning.
Daarop wees Noam Chomsky: wie de aandacht beheerst, beheerst de perceptie — en daarmee de mogelijkheid tot verzet.
The Matrix maakt dat zichtbaar als mythe: de vraag is niet of de wereld echt is,
maar of we merken wanneer we een rol spelen in plaats van aanwezig te zijn.
My Dinner with André brengt dit niet als actie of theorie,
maar aan een tafel, tussen twee mensen die op zoek zijn naar betekenis.
De waarheid wordt ontdekt terwijl hij wordt uitgesproken.
Noam Chomsky waarschuwde precies hiervoor: verveling is geen privé-faalmoment – het is een politiek instrument. Een verdoofd publiek vraagt niets; de status quo blijft ongemoeid; het automatisme van betekenis blijft draaien. Dit is waar The Matrix later op voortbouwt: je hoeft geen virtuele simulatie te doorbreken, je moet het script van je dagelijkse rol doorzien.
Betekenis – My Dinner with André als uitnodiging tot ontwaken
Dit is niet een film over eten. Het is een film over wakker worden.
“Escape before it’s too late.”
Niet uit de stad. Niet uit het werk. Niet uit de relatie. Maar uit het script. Uit het geautomatiseerde zelf. Uit het leven dat we niet kozen maar erfden.
Dat is mogelijk de diepste My Dinner with André-betekenis: niet vluchten, maar aanwezig worden.
Tot slot
De film laat niets zien wat je niet al wist. Maar het zegt het op zo’n manier dat je het niet meer kunt ontkennen:
We leven halfwakker. We spelen onze eigen bewakers. We vergeten dat er een deur openstaat.
En toch: één zaadje kan een bos worden. Één gesprek kan een leven kantelen. Één stilte kan een wakker worden zijn, wegen naar nieuwe betekenis en zin.
Escape before it’s too late.




























